Een groep als Hooverphonic behoeft eigenlijk geen introductie. In 1996 verscheen de band op de Belgische muziekscène met A New Stereophonic Sound Spectacular en effende meteen het pad voor een internationale doorbraak. Sinds hun tweede plaat Blue Wonder Powder Milk werden de muzikale dromen van Alex Callier en Raymond Geerts steeds groter. Dat resulteerde onder andere in een aantal succesvolle concerten met symfonisch orkest.In 2016 verscheen In Wonderland en The Best of Hooverphonic, een carrière-overzicht met 32 vintage Hooverphonic-hits en nieuwe singles. Sinds kort ligt het nieuwe album Looking For Stars, in de rekken. Ondertussen al het tiende album, maar het eerste met nieuwe leading lady Luka Cruysberghs. Met de piepjonge Luka Cruysberghs - winnares van The Voice 2017- haalde Hooverphonic opnieuw vocaal dynamiet in huis. Zelf maakte ze de release van Mad About You niet bewust mee, maar de manier waarop ze het nummer in The Voice bracht, was indrukwekkend en doet ons nu al uitkijken naar haar interpretaties van andere Hooverphonic-klassiekers. En naar het songfestival, dat ze nu al gewonnen hebben, want een single kunnen presenteren aan heel Europa en omstreken in een druk bekeken en beschreven programma op prime time, dat is winnen. Ongeacht het resultaat. De Roma is helemaal uitverkocht om de zoveelste gedaanteverwisseling van Hpoverphonic te aanschouwen. Voice-winnares Luka Cruysbergs zal niet alleen een nieuwe stem toevoegen aan het duo Callier-Geerts, maar ook een nieuwe garderobe. Terwijl de heren in een broekpak zitten dat van ver op een kostuum lijkt, zal de jonge diva een viertal keer van outfit wisselen. Gehuld in een cape met kap opent ze bezwerend met 'Concrete Skin' uit 'Looking for Stars'. We proberen Noemie Wolfs, die toevallig vanavond in de AB haar nieuwe plaat voorstelt, weg te denken, net zoals we dat ervoor deden met Geike. En dat lukt wel. Het zijn totaal verschillende types die de typische Hooverphonicsound netjes naar hun hand kunnen zetten. 'Stranger' uit hun eerder onbekende 'The President of the LSD Golf Club'(2007) blijkt een van hun persoonlijke favorieten te zijn, maar ze spelen het zelden. We krijgen dan vroeg in de set het nummer dat ze in Rotterdam gaan spelen. 'Release Me' heeft ruwweg hetzelfde trage tempo als de vorige, en mankeert volgens bepaalde bronnen wat lift, waar Alex Callier op inspeelt bij 'Heartbroken', meer lift en een nieuw pakje voor Luka. 'Anger Never Dies' klinkt gewoon zoals het moet klinken en blijft tot nader order een perfecte James Bond-song. Jammer dat bij 'Eden' de blazers en de strijkers uit het keyboard komen, want dit nummer snakt naar het echte werk. Naast dat keyboard wordt Hooverphonic versterkt met hun klassieke drummer en een twee gitarist die vocaal goed uit de hoek komt. In 'Vinegar en Salt' maakt hij er trouwens met Luka een uitgepuurde versie van. 'Jackie Cane' brengt een nieuw pakje mee voor Luka, een zwart ditmaal, maar na een tiental nummers in hetzelfde tempo leek dat toch wel de grootste verandering. De tempowisseling komt er pas als Alex Callier zijn singalong aankondigt met 'Hiding in a Song', waarbij het publiek verplicht, meermaals en luidkeels 'lalalala" mag zingen. En ondertussen weten we ook dat ze naar Rotterdam rijden met de Thalys. Het langverwachte 'Mad About You' klinkt toch persoonlijk qua timbre en timing en komt net op tijd. Dus tijd voor een nieuw pakje en wat vlottere nummers, waaronder 'Badaboum", dat Luka met de gitarist in duet zingt. Na "Looking for Stars' eindigt de reguliere set met het toen nog coronavirusvrije 'Amalfi'. In de bisronde krijgen we nog 2 nummers uit hun nieuwste album en het intrigerende 2 Wicky, dat ondertussen al bijna 25 jaar meedraait. Net als de band zelf. Verder hebben ze nog grootse plannen, met een tournee door Europa, soms met lokale strijkers, en natuurlijk het Eurovisiegebeuren. En later komt er dan weer een nieuw album uit. Er zit voorlopig nog geen sleet op het duo Callier-Geerts, die volgens Facebook ook de enige bandleden zijn van Hooverphonic. Ze blijven nog even sant in eigen land. Of ze dat ook in Rotterdam gaan zijn, dat weten we binnenkort. Johan Vanonckelen Foto's © JiVe Setlist Concrete Skin On and On Stranger uit 2007 Release me Heartbroken Anger Never Dies Horrible Person Eden Romantic Vinegar and Salt Jackie Cane The Night Before Hiding in a Song Mad About You Uptight One Two Three Badaboum Looking for Stars Amalfi Bis Feathers and Tar 2Wicky Long Time Gone
0 Reacties
Voor wie zich in de vroege jaren 2000 al eens op een festivalterrein bevond is het haast onmogelijk om bij die heerlijke zinnen níet terug gekatapulteerd te worden naar een zonovergoten Vlaamse weide. De Britse band Kaiser Chiefs ontstond in 2000 in Leeds en groeide de daaropvolgende jaren al snel uit tot een van de belangrijkste rockbands van de jonge 21ste eeuw. Samen met gelijkgestemde zielen als Franz Ferdinand, Razorlight, Kasabian en The Killers bewezen ze dat gitaarmuziek niet dood was en dat hits perfect met échte instrumenten gemaakt konden worden. Na het Verenigd Konkrijk ging ook al snel mainland Europe voor de bijl, met onder andere 6 (!) passages op Rock Werchter waar ze jaar na jaar met veel verve de Main Stage sloopten. Hun hits beginnen opsommen zou onbegonnen werk zijn, maar laat ons zeggen dat nummers als I Predict A Riot, Everyday I Love You Less And Less, Never Miss A Beat, Oh My God en natuurlijk het onsterfelijke Ruby zonder twijfel tot het collectieve geheugen behoren. In 2019 brachten Kaiser Chiefs met Duck hun zevende studioplaat uit. Het werd een plaat waarop de Chiefs nog niets aan kracht en energie hebben ingeboet, vol instant classics die zonder schaamte naast het beste uit platen als Employment (2005), Yours Truly, Angry Mob (2007) of Off With Their Heads (2008) kunnen staan. We predict a riot!
Vooraf krijgen we het Gentse trio RAMAN dat voor de eerste keer in de Roma speelt. Ze brengen stevige bluesrock en een zestal nummers van hun eerste ep 'Birth of Joy'. Zanger Simon Raman tovert wat flinke en zelfzekere riffs uit zijn gitaar en schuwt de hoge noten niet. Jammer dat de zaal nog niet half gevuld is en de sfeer bijgevolg nog wat ontbreekt, maar deze jonge wolven zullen ongetwijfeld buiten de grenzen van de Gentse lage emissiezone treden. RAMAN bestaat uit Simon Raman, zang en gitaar, Jasper Peeten, bass, en Bernd Coene, drums. De ep kan je hier beluisteren: https://open.spotify.com/album/5MSJnvtqe927BMAeOYknBd Een beetje later dan voorzien weerklinken de tonen van 'Money for Nothng'. Het Dire Straits nummer dient alleen om de gordijnen te openen en wat stroboscopisch geflikker op de inmiddels volgelopen en uitverkochte Roma los te laten. Frontman Ricky Wilson, in witzwarte outfit, is de spring in het veld van dienst, de Chiefs brengen verder een gitaar en een basgitaar mee, terwijl drums en keys op een grote tractorband staan. Opener 'People Know how to love Another', en meezinger 'Na Na Na Na Naa' klinken aanvankelijk niet te best en het lijkt of Ricky niet al te best bij stem of toonvast is. Gaandeweg lijken de puzzelstukken in elkaar te vallen terwijl de uptempo nummers elkaar snel opvolgen en de lightshow naar Roma-normen buitensporig is. 'Good days Bad Days' klinkt nog een beetje monotoon, maar na wat relatieve rust in 'Target Market' trekt Ricky Wilson wat spurtjes om het publiek op te zwepen, en dat lukt best. De wereldhit 'Ruby' wordt al flink meegebruld door het inmiddels deinend publiek. Vanaf dan draait het lekker en het publiek gaat helemaal uit zijn dak bij 'I Predict a riot', waarbij het lichtjes headbangend publiek de song overneemt. Na afsluiter 'The Angry Mob' komen de Kaiser Chiefs nog terug voor een drietal bisnummers, waarbij Ricky Wilson nog wat rondspringt en met 'Oh My God' nog een spetterend einde breit aan een show die vocaal minder indrukwekkend was dan de lightshow en de vibes die vooral in de tweede helft de Roma op stelten zetten. Benieuwd wat dat gaat geven op TW Classic. Setlist: Intro: Money for Nothing People Know How To Love Another Na Na Na Na Naa Everything is Average Nowadays Ruffians On Parade Good Days Bad Days Target Market Golden Oldies Everyday I Love You Less And Less Ruby Modern Way Don’t Just Stand There, Do Something Never Miss A Beat I Predict A Riot The Angry Mob Bis: Record Collection Hole in My Soul Oh My God Damien Jurado (° 12/11/1972 - Seattle - USA) is een Amerikaanse singer-songwriter die 25 jaar geleden zijn solocarrière startte. Zijn debuutalbum “Waters Ave S.” verscheen in 1997 maar het was pas met zijn tweede plaat “Rehearsals For Departure” uit 1999 dat hij een bescheiden doorbraak kende. In het totaal bracht hij al 14 albums uit waarvan het recenste “In A Shape Of A Storm” een verzameling songs is die in de loop der tijden om de een of andere reden niet op één van zijn vorige platen paste. Het album klinkt heel spaarzaam en werd op 2 uur tijd opgenomen, het zijn bijna allemaal eerste takes. De eerste keer dat hij De Roma aandeed op 7/11/2018 diende hij wegens ziekte na een half uur voortijdig het podium te verlaten. Hij krijgt vanavond dus een herkansing. Het voorprogramma wordt verzorgd door de Canadese nachtegaal Dana Gavanski. Haar debuut “Good Instead Of Bad” verschijnt op 27 maart 2020. Zij zingt en speelt gitaar en wordt bijgestaan door een bassist en een drumcomputer. Meteen valt haar fantastische stem op, een warme soepele zangstem. Zij en de bassist (die ook voor duetzang of tweede stem zorgt) kleden de nummers smaakvol in en vanaf het derde nummer wordt de drumcomputer ingeschakeld. Dit is niet echt een meerwaarde maar zorgt wel voor een voller geluid. Opmerkelijk is een cover van Tim Handins “Never Too Far” die ze prima brengt. Het is wel allemaal braaf maar nooit minder dan mooi. Dana woont sinds begin dit jaar in Londen en de Britse pers is alvast lovend over haar debuut. Je kan ze op 17 april nog aan het werk zien in De Witloofbar van de Botanique in Brussel. Setlist : Catch / Good Instead Of Bad / Do You? / Never Too Far / Yesterday Is Gone / One By One / Memories Of Winter Damien Jurado doet het in tegenstelling tot vorige keer solo met enkel één akoestische gitaar. Zijn kompaan Josh Gordon, die wel meedoet op “In A Shape Of A Storm”, is niet meegereisd. Voor hij het concert aanvat excuseert Damien zich voor zijn afgebroken concert van november 2018. Hij heeft nooit een show moeten afzeggen en het is de enige keer in zijn 25-jarige carrière dat hij een concert niet heeft kunnen afmaken. Hij had de impact van een zes weken durende tour zonder rustpunten onderschat, hij is tenslotte geen 21 jaar meer. Hij was ontroerd door de warme reacties van het publiek na de niet-afgewerkte show. Hij laat meteen ook weten dat hij voor de rest van de avond niet teveel meer gaat praten maar vooral liedjes gaat spelen. Damien komt het podium op, gekleed in een jeansuitrusting met een rode muts op zijn hoofd. Vanavond heb je vanaf opener “I Am Still Here” (“And Now That I'm In Your Shadow” - 2006) het gevoel dat het wel goed zit. Zijn fantastische zalvende zangstem doet het herfstige winterweer meteen vergeten. Damien heeft geen vaste setlist en zal naar hartelust uit zijn repertoire grijpen volgens de ingeving van het moment. Zijn fingerpicking gitaarspel is bedrieglijk simpel maar vergis je niet, hij is wel degelijk een prima gitarist. Hij gaat verder met twee breekbare songs “Lincoln” en “Newspaper Gown”. De vergelijking die dikwijls gemaakt wordt met Nick Drake is zeker niet van de pot gerukt; hij heeft dezelfde zalvende stem, verwante frasering en het frivole gitaarspel. De opbouw van zijn nummers doet onvermijdelijk aan Nick Drake denken. De gevoelige liedjes liggen ook in diens verlengde. Natuurlijk worden vele troudadours die melancholische folk brengen onvermijdelijk met de Britse bard vergeleken. De songs zijn meestal traag maar af en toe gaat het tempo de hoogte in zoals in het (relatief) opgewekte “A.M. AM”. Hij is een meester in het laten uitsterven van een song zoals in “Allocate”, werkelijk ongelooflijk straf hoe hij dat doet. Aangrijpend is bijna een understatement om “South” te omschrijven. Zijn teksten zijn juweeltjes maar veel licht schijnt er niet in zoals blijkt in het donkere “Cloudy Shoes”. De teksten zijn dikwijls kortverhalen in de stijl van Raymond Carver. Het zijn teksten die diep in de ziel snijden. “Til Light Pushes Into The Darkness” is de afsluiter en hoe hij dat nummer brengt tart alle verbeelding. Hij bouwt het nummer rustig op naar een felle climax tot hij het daarna geleidelijk afbouwt tot hij enkel met voetbegeleiding al fluisterend afsluit. Het publiek luistert ademloos toe. Onwaarschijnlijk mooi. Na 75 minuten (18 nummers als ik goed geteld heb) komt er een einde aan het prima concert. Hij vertelt dat hij in Seattle nooit in vergelijkbare zalen zoals De Roma kan spelen, hij looft de manier waarop hij hier ontvangen is. Damien Jurado heeft vanavond bewezen dat hij een unieke troubadour is die zijn songs met een authenticiteit brengt die je niet dikwijls hoort. Zo onderscheidt hij zich van het grote peloton singer-songwriters. Hij kondigt aan dat hij na het concert zich tenvolle ter beschikking stelt van zijn toehoorders. Hij vertelt me dat hij na een verblijf van twee jaar in het zonnige LA toch teruggekeerd is naar zijn thuisbasis in Seattle. Californië was goed voor even maar hij voelt zich toch beter thuis in zijn geboortestad. Lou van Bergen Foto's © JiVe Het is deze maand alweer vier jaar geleden dat David Robert Jones, beter bekend als David Bowie, zich naar de Eeuwige Rockvelden begaf maar vergeten is de man en zijn muzikale nalatenschap nog lang niet. Onder leiding van Mike Garson, de toetsenist die sinds 1972 meer dan duizend concerten aan de zijde stond van The Thin White Duke, verenigden enkele van zijn gewezen muzikanten zich om live de muziek van hun voormalige werkgever opnieuw leven in te blazen. Precies een jaar geleden passeerde de succesvolle revue voor het eerst in ons land in de Ancienne Belgique en nu kreeg ook het Antwerpse publiek de kans dit gezelschap te bewonderen. De reeds wekenlang uitverkochte zaal bewijst dat er nog steeds een publiek bestaat voor dit soort evenementen. Sinds het Brusselse concert van vorig jaar vonden er enkele niet onbelangrijke personeelswissels binnen de groep plaats. Bassist Carmine Rojas (Serious Moonlight Tour) en zanger Corey Glover (bandlid Living Colour) behielden weliswaar hun plek binnen het ensemble maar tot onze grote spijt heeft meestergitarist (en showbeest) Earl Slick de band helaas verlaten. Aangekondigd werd dat hij vervangen zou worden door Charlie Sexton die Bowie begeleidde tijdens de Glass Spider tour (en daarnaast flinke bekendheid geniet als leadgitarist van Bob Dylan) maar ook deze hoofdvogel zegde vervroegd af. Uiteindelijk viel de keuze op de toch iets minder tot de verbeelding sprekende Gerry Leonard (Heathen en Reality Tours). Enkele andere nieuwe gezichten met een Bowie verleden waren gitarist Kevin Armstrong (Outside Tour) en drummer Alan Childs (Glass Spider Tour). De nieuwe vocalisten Mr. Hudson en Sas Jordan hebben geen directe link met het roemrijke Bowie verleden. De show in de Roma bestond uit twee delen. Tijdens het eerste deel kregen we de integrale uitvoering van Bowie’s achtste langspeler ‘Diamond Dogs’ (1974) voorgeschoteld, terwijl het tweede deel grotendeels bestond uit klassiekers en smaakmakers die elke fan wel kende. Het kiezen voor ‘Diamond Dogs’ als centrale plaat mogen we een moedige beslissing noemen maar liet het Antwerpse publiek toch een beetje koud, alleen het titelnummer en de hieruit komende single ‘Rebel Rebel’ zorgde voor enig enthousiasme. Toch vonden wij het interessant om dit album met de onvergetelijke hoes, ontworpen door de Belgische kunstenaar Guy Peellaert, nog eens in de picture te plaatsen. Nummers als de mooie ballad ‘Sweet Thing’, ‘Rock ‘n’ Roll With Me (met de ‘Let It Be’ achtige piano intro van Garson) en het van een ‘Shaft’-achtige arrangement voorziene ‘1984’ zijn het meer dan waard om herontdekt te worden. (Zet die plaat nog eens op, jongens!) De uitvoering door het David Bowie Alumni gezelschap kon helaas (hoe kan het ook anders) niet tippen aan het origineel en dat had onder meer met de vocalisten te maken. De stem van Mr. Hudson is technisch helemaal oké maar zijn podiumpréséance lijkt toch een beetje op dat van een bakkerszoon die tot zijn eigen verbazing in een musical is gestapt. Zijn vrouwelijke tegenhangster Sas Jordan zong zeker ook niet slecht maar haar molen wiekende bewegingen werkten ons toch wat op de zenuwen. Corey Glover zette de sterkste vocale prestatie neer al was deze bij momenten dan weer wat slordig binnen zijn vertolking. Voor het tweede deel zette het publiek zich schrap aangezien de ene hit de ander zou volgen. We zagen oudere toeschouwers zachtjes meewiegen op ‘Space Oddity’, ook al kwam deze classic helaas maar zwakjes uit te verf. Dan liever het soulvolle ‘Young Americans’, zonder twijfel het hoogtepunt van de avond dankzij een perfect musicerende band en een sterke vocale prestatie van Glover. Doorheen het concert wisselden Gerry Leonard en Kevin Armstrong de gitaarsolo’s met elkaar af en kwamen zo beurtelings in de spotlights terecht. Over het algemeen kleurden beide getalenteerde heren meestal binnen de lijntjes maar eerlijk gezegd misten we het briljante gitaarwerk van Earl Slick toch wel het meest. Songs als ‘Five Years’, ‘Starman’, ‘Ashes To Ashes’ en ‘Life on Mars?’ werkten, mede dankzij het knappe pianowerk van Carson, uitstekend als regelrechte crowdpleasers maar misten toch wat subtiliteit om echt te bekoren. Dan liever het fel uitgevoerde ‘Suffragette City’ waarin de band nog eens helemaal loos kon gaan. Na een uitgebreid dankwoord van Master of Ceremony Mike Garson kreeg gitarist Gerry Leonard een dubbel solospotje: hij mocht in zijn eentje Billy Bragg-achtige versies van ‘Loving The Alien’ en ‘Andy Warhol’ het publiek inslingeren. Als toegift volgde onder meer nog een zalige versie van ‘Alladin Sane’, een beetje de signature song van Mike Garson, omwille van het magistrale toetsenwerk. De brave man breidde hieraan nog een flink uit de kluiten gewassen outro waarin flarden ‘Imagine / Rhapsody in Blue’ in mekaar verweven zaten. Het onvermijdelijke ‘Heroes’ sloot het concert alsnog in schoonheid af. Vele (vooral oudere) toeschouwers hebben op een avond als deze hun hart kunnen ophalen aan onvergetelijke muzikale hoogtepunten uit de jaren ’70 en ’80 van vorige eeuw. De uitvoering hiervan kunnen we behoorlijk noemen, maar minder sterk dan een jaar geleden in Brussel. Toch rest er maar één finale conclusie: de echte David Bowie blijft onvervangbaar maar zijn muzikale nalatenschap zal de mensheid nog lang begeesteren. Shake Foto's © JiVe TOP 10 : ALBUMS
1. BRUCE SPRINGSTEEN - WESTERN STARS 2. NICK CAVE & THE BAD SEEDS - GHOSTEEN 3. PHILIP CATHERINE - MANOIR DE MES REVES 4. TEDESCHI TRUCKS BAND - SIGNS 5. KEB' MO' - OKLAHOMA 6. MAVIS STAPLES - WE GET BY 7. STEF KAMIL CARLENS - MAKING SENSE OF 8. GARY CLARK Jr. - THIS LAND 9. THE CINEMATIC ORCHESTRA - TO BELIEVE 10. MICHAEL KIWANUKA - KIWANUKA TOP 5 : CONCERTEN 1. STEF KAMIL CARLENS @ DE ROMA, BORGERHOUT - 28/11/19 2. EAGLES @ SPORTPALEIS, ANTWERPEN – 26/05/19 3. COWBOY JUNKIES, GENT JAZZ @ DE BIJLOKE - 04/07/19 4. MONTY ALEXANDER @ DINANT JAZZ - 27/07/19 5. THE WATERBOYS @ ELISABETH CENTER, ANTWERPEN - 12/11/19 on rootstime.be Acht avonden in maart wordt OLT Rivierenhof een exclusieve, cosy muziekclub met jong en beloftevol talent op de affiche. Het publiek - ca. 200 personen per avond - staat letterlijk mee op het podium, rond de artiest. Scene-sur-scene ontdek je artiesten die op het punt staan door te breken, gelanceerd zijn of afgelopen jaar hun positie hebben weten te verzekeren. Met dit nieuw project wil Arenberg - dat OLT Rivierenhof organiseert - podiumkansen geven aan jong en beloftevol talent. Kansen geven aan muzikaal talent De cultuurhuizen in Antwerpen zijn voortdurend op zoek naar nieuwe wegen om meer aansluiting te vinden met de leefwereld van de jongeren en om jong talent meer kansen te geven op de podia. De succesvolle concertreeksen in OLT Rivierenhof kennen een trouw publiek, maar de Antwerpse jongeren vinden nog te weinig hun weg naar OLT Rivierenhof. Daarom start de Arenberg met een nieuw muziekconcept in het provinciale groendomein Rivierenhof: OLTCLUB. De Arenberg wil nu meer dan ooit kansen geven aan jonge groepen die leven op het ritme van de nieuwstedelijke context. De komende jaren investeert de Arenberg zowel inhoudelijk als ondersteunend stevig in groepen of artiesten die vanuit die stedelijke dynamiek klaar staan om de wereld te veroveren. OLTCLUB creëert een clubsfeer in een unieke omgeving die vooral de Antwerpse jongeren hoopt aan te spreken. Het podium van het feeërieke, zomerse openluchttheater verandert in een hippe, edgy spot. Hippe & jonge line-up Tijdens OLTCLUB geven we het podium aan het Antwerpse collectief Condor Gruppe, de Belgische indiepop queen van de toekomst Tsar B, de beloftevolle Belgisch-Boliviaanse producer Susobrino en de frisse feelgoodgroep Mooneye (StuBru’s Nieuwe Lichting van 2019) en de Waalse hiphop band Glauque. Verder kraakt de jonge Belgische band KRANKk UK garage en grime en brengt IKRAAAN, de r&b-belofte uit de Mechelse underground, goed volk mee. Onder andere de Limburgse Chibi Ichigo, een van de opvallendste rijzende sterren aan het hiphopfirmament en MEYY, ‘the next big thing’ uit Brussel delen het podium met IKRAAAN. Afsluiten doen we met een straffe dame uit Kenia/Oeganda MC Yallah feat. haar producer Debmaster en een goed bewaard geheim uit Brussel Bombataz, het viertal combineert funk, jazz met een hoge dosis originele synthpop. Binnenkort worden er nog extra namen toegevoegd aan de affiche. OLTCLUB – Discover undercover PROGRAMMA / 20.03 Condor Gruppe + Mooneye / 22.03 Tsar B + Susobrino / 26.03 KRANKk / 27.03 IKRAAAN + MEYY + Chibi Ichigo / 28.03 Glauque / 29.03 MC Yallah & Debmaster + Bombataz (extra namen worden binnenkort bekend gemaakt) Tickets kosten 12 euro in voorverkoop en 15 euro aan de kassa. De voorverkoop start meteen via www.oltclub.be. OLTCLUB vindt plaats in OLT Rivierenhof en wordt georganiseerd door Arenberg. he Waterboys zijn ondertussen al aan hun 36ste jaar in hun bestaan (de onderbreking van 1993 tot 2000 meegeteld) en van de oerbezetting is alleen zanger Mike Scott overgebleven. Wel zijn violist Steve Wickham (sinds 1985), toetsenist "Brother" Paul Brown (sinds 2013) en drummer Ralph Salmins (sinds 2011) al jarenlang certitudes zeker op het livefront. Mike Scott bijna 61 jaar is de laatste jaren creatiever dan ooit. Met 3 goed onthaalde albums op rij: Modern Blues in 2015, Out Of All This Blue in 2017 en het nieuwe 13de studioalbum Where The Action Is (2019) zijn The Waterboys terug van nooit weggeweest telkens gepaard gaande met een tournee waarvan de laatste twee Belgische haltes plaatsvonden in een uitverkochte Antwerpse Roma. Hoewel de hoogdagen met bekende nummers als “A Girl Called Johnny” (1983), “The Whole Of The Moon” (1985), “Fisherman’s Blues” (1988) en “How Long Will I Love You?” (1990) al lang achter de rug liggen is er een hernieuwde belangstelling en uitgesproken erkenning met opnames en live uitvoeringen van Waterboys songs door bekende artiesten als Ellie Goulding, Prince, Sally Barker, The War on Drugs en zijn diverse songs te horen in speelfilms. Het was de tijd van de The Big Music (1984-1985), Ierse volksmuziek, country en gospel (Fisherman’s Blues ,1988) en rock Dream Harder (1993) waarna de band ophield te bestaan tot in 2000. De grote kentering komt er echter met het succes van Modern Blues (2015) dat zich muzikaal doorzet met nieuwe inspiratie en nieuwe albums, een renaissancemoment dat zich ook voltrekt op persoonlijk vlak. Mike Scott & Co staan anno 2019 sterker dan ooit. The Waterboys in de chique Elisabethzaal is niet meteen iets waar elke rechtgeaarde rockliefhebber naar uit kijkt: een zittend concert opgedeeld in twee delen met een pauze. Het is een vreemde gewaarwording om stijf zittend een levendige rockband te aanschouwen. Komt nog bij dat gedurende het eerste gedeelte de klankbalans niet goed is afgesteld en het bij momenten op één luide brij lijkt. Toch zijn er onverwacht ook pluspunten. Mike Scott en de zijnen hebben zich gelukkiglijk niet aangepast aan de setting door een grotendeels unplugged concert te gaan spelen. Van meetaf aan wordt er electrisch ingeknald met Stonesachtige rauwe rock. Anderzijds neemt Mike Scott de gelegenheid te baat om een aantal van de vaste setlist afwijkende zelden gespeelde rustige pareltjes in de setlist te smokkelen als “Old England”, “This Is The Sea” en “Too Close To Heaven”. Een betere klank in het tweede deel met een hernieuwde appetijt voor band en publiek kan ook wonderen doen zoals zal blijken. Ook vestimentair heeft Mike Scott zijn jeans outfit verruild voor een kostuum, enige constante is zijn stetson en de muziek natuurlijk. In het eerste deel horen we vooral luide rock & roll gebouwd op Stonesachtige gitaarriffs en groovende soul. De band knalt er gelijk in met het heerlijk uptempo nieuwe “Where the Action is” gevolgd door het bluesy “Still a Freak”. De 7-koppige band bestaande uit zanger Mike Scott (gitaar), Steve Wickham (viool), Brother Paul (toetsen), Ralph Salmins (drums) en Aongus Ralston (bas) oogt lekker ontspannen met naast Scott vooraan twee backingzingende dames die zorgen voor kleur, warmte, moves en soul. “London Mick” is een ode aan oud lid van de Clash, guitarplayer Mick Jones, een uptempo strakke rocksong verpakt in ouderwetse rock&roll. “If the Answer Is Yeah” voegt meer warmte en soul toe met vrouwelijke inbreng terwijl Mike Scott wijdbeens gitaar speelt. “Nashville Tennessee” is een slepende rhythm ’n’ blues waarin Scott zijn liefde voor Amerikaanse soul en country bezingt en het verhaal vertelt van keyboard wizard Brother Paul die een Kiss fanaat bleek te zijn en graag zijn bovenhemd openscheurt om in blote borst te gaan bangen op een nummer als “Nashville Tennessee”. Scott noemt hem “The greatest keyboard player in the history of rock & roll” een titel die hij mag demonstreren met een hevige funky orgelpartij in de stijl van Memphis soullegende Booker T Jones. Ik moet zeggen hij kwam aardig in de buurt. Een energiek “Medicine Bow” is andermaal luide rock & roll. Toch zijn er gelukkig ook rustiger momenten met het immer vrolijk wenkende “Fisherman’s Blues“ met een heerlijke Steve Wickham op fiddle en het aloude “Old England” wellicht niet zo een verrassende keuze gelet op de Brexit perikelen. “Old England” een halfzachte ballade gedragen door Scott’s rammelende pianospel en een vioolpartij gaat van zacht naar heftig en terug terwijl de viool van Steve finaal zorgt voor de zachte toets. “Ladbroke Grove Symphony” is een eerbetoon aan het voormalige Bohemien hart van West-Londen, waar Mike Scott zijn tijd oproept toen hij woonde en schreef midden de brokkelige zeekust-achtige straten van Notting Hill tijdens de jaren '80. Het is één van de beste nieuwe songs geschreven op electrische gitaar en met overtuiging soulvol gezongen net voor de pauze ingaat. Met een wondermooi sober “This Is The Sea” start het tweede deel, een mijmerende ingetogen folksong met Scott aan de akoestische gitaar, Brother Paul aan de piano afgeroomd met nog een stevige vioolpartij. “Santa Fe” is een mooi liefdesverhaal waarin zowel de stad als de liefde bezongen worden. Woorden, gitaar, soulvolle zang en achtergrondzang en overheerlijke orgelklanken maken het nummer af. Wordt in de tweede set de akoestische gitaar al meer bovengehaald dan is er nog voldoende electrische opwinding in dikke plakken rock ’n roll met een meebrulbaar “Rosalind (You Married the Wrong Guy)” met een virtuoze Brother Paul die zich uitslooft op een grote keytar, een pittige drumsolo opgedragen aan wijlen Ginger Baker “the greatest cosmic psychedelic drummer of all time” en het epische in vitriool gedrenkte “We Will Not Be Lovers” met wilde strijkstokuithalen van Steve Wickham. En verderop “Morning Came Too Soon” gedragen door een geweldige withete gitaarsolo van Scott bovenuit een uitzinnig doldraaiend orgel. Het zijn evenwel de akoestische ballades die het meest indruk maken al bezondigt zanger Mike Scott zich wel eens aan overdreven bombast. “Too Close To Heaven” een outtake van de Fisherman’s Blues sessions uit 1986 is in aanvang een mooie ballade opgebouwd met akoestische gitaar, viool, synths en borsteltjes die wat al te lang wordt uitgesponnen met solo’s en crescendo gaat met orgel en gefiddel tot een bombastische ballade met gezwollen vocalen. Dan charmeert “November Tale” door zijn eenvoud: een Dylaneske tongval, Scott solo akoestisch samen met Brother Paul die 2de stem zingt, mooi. De tweede set wordt afgesloten met een krachtige en hartverscheurende uitvoering van “In My Time on Earth” waarin Scott er in slaagt het publiek mee te voeren in het verhaal van zijn muzikale nalatenschap in het licht van zijn sterfelijkheid. Door Scott aangekondigd als ‘an everchanging story , a passion play, comic strip and riot in één is het een ernstige van de pathos stijf staande Waterboys ballade met echo’s van “Dark Side Of The Moon”(Pink Floyd) in het bruggetje en van “With A Little Help From My Friends” (Joe Cocker) in het koortje met de ooh’s kreetjes aan het eind. Muzikaal haalt de band werkelijk alles uit de kast inclusief een spetterende vioolsolo van Wickham. Ik twijfel zeker niet aan Scott’s goede bedoelingen… Feest wordt het pas echt in de toegift en die is rijkelijk gestoffeerd met voorop een akoestisch dansbaar “When Ye Go Away” ingeleid door Scott als :” We we’re never a folkrock band but sometimes we want to play country rock”. Het publiek veert recht en danst met een hoofdrol voor de viool van Steve Wickham die vervolgt met het Ierse wijsje “Dunford’s Fancy”. Rest nog de echte klassiekers het onverslijtbare “A Girl Called Johnny” met Scott’s hamerende piano aanslag en als apotheose “The Whole of the Moon” met die onweerstaanbare piano intro en refrein “too high, too far, too soon/ You saw the whole of the moon”. We hebben echt alles gehad en zien Mike, Steve, Brother Paul en Ralph met veel liefde graag terug. Marc Buggenhoudt Foto's © JiVe Setlist Set 1: 1. Where the Action Is (Where The Action Is, 2019) 2. Still a Freak (Modern Blues, 2015) 3. Fisherman’s Blues (Fisherman’s Blues, 1988) 4. London Mick (Where The Action Is, 2019) 5. Old England (This Is The Sea, 1985) 6. If the Answer Is Yeah (Out Of All This Blue, 2017) 7. Nashville, Tennessee (Out Of All This Blue, 2017) 8. Medicine Bow (This Is The Sea, 1985) 9. Ladbroke Grove Symphony (Where The Action Is, 2019) Set 2: 10. This Is The Sea (This Is The Sea, 1985) 11. Santa Fe (Out Of All This Blue, 2017) 12. Rosalind (You Married the Wrong Guy) (Modern Blues, 2015) 13. Blues for Baker (drum solo dedicated to Ginger Baker) 14. We Will Not Be Lovers (Fisherman’s Blues, 1988) 15. Too Close To Heaven (Too Close To Heaven, 1986/ The Complete Fisherman’s Blues sessions, 1986-1988, 2013) 16. November Tale (Modern Blues, 2015) 17. Morning Came Too Soon (Out Of All This Blue, 2017) 18. In My Time on Earth (Where The Action Is, 2019) Encore: 19. When Ye Go Away (Fisherman’s Blues, 1988) 20. Dunford’s Fancy (Fisherman’s Blues, 1988) 21. A Girl Called Johnny (The Waterboys, 1983) 22. The Whole of the Moon (This Is The Sea, 1985) Doyle Bramhall II (° 24/12/1968 - Austin - Texas) kreeg de muziek met de paplepel ingegoten. Zijn vader Doyle Bramhall Sr. speelde drums bij Jimmie en Stevie Ray Vaughan, ook zoonlief speelde met Jimmie in diens The Fabulous Thunderbirds. Doyle maakte een nog grotere carrière dan zijn vader en speelde reeds samen met o.a. Roger Waters, Elton John, B.B. King, Dr. John en Eric Clapton. Tijdens de aangekondigde tour in 2020 van Eric Clapton zal hij trouwens van de partij zijn als gitarist. Ik zag hem in die hoedanigheid tijdens het concert van EC in Flanders Expo in 2001, hij verzorgde toen ook het voorprogramma. Doyle Bramhall II heeft tot nu toe onder eigen naam een beperkte discografie. Hij debuteerde in 1996 met zijn titelloze debuutalbum, het vorig jaar verschenen vijfde album “Shades” komt hij vanavond voorstellen. Het voorprogramma wordt verzorgd door Gentenaar Shtevil (alias van Steven Vergauwen), een blues/soulzanger die in Italië reeds een nummer één hit scoorde met “On Fire”. Hij treedt solo op en heeft enkele gitaren te zijner beschikking. Hij opent fel op een resonator gitaar, ook zijn zang is heftig. “Gimme The Gun” speelt hij op een akoestische, elektrisch versterkte gitaar maar het klinkt al even fors. “Little Dress” is in mijn ogen zeker één van zijn betere songs. Hij brengt een zevental nummers en sluit na goed een half uur af met “I Wanna Be Your Moneys Friend”, een song waarin hij op een grappige manier om ons geld vraagt. Hij is een goede verkoper en probeert ons te overhalen ons geld aan de merchandisingstand te spenderen. Shtevil heeft een krachtige stem, speelt energiek gitaar en is een geboren performer die in interactie gaat met het publiek. Ik wil hem zeker ook eens met een volledige groep aan het werk zien. Een prima opwarmer voor Doyle Bramhall II, voor wie hij ons tijdens het concert warm heeft gemaakt. Doyle Bramhall II (zang en gitaar) wordt bijgestaan door toetsenist/bassist Adam Minkoff en een drummer. Hij opent met “Love And Pain”, een nummer dat hij schreef over de schietpartij in Las Vegas in 2017 tijdens het Route 91 Harvest Festival. Doyle geeft al meteen een pittige gitaarsolo ten beste. “So You Want It To Rain” (Doyle Bramhall II & Smokestack - 2001) begint als een trage bluessleper maar mondt gaandeweg uit in een lekkere bluesrocker. In “November” doen de andere groepsleden vocaal een duit in het zakje wat voor een warm, soulvol geluid zorgt. Doyle is geen begenadigde zanger maar heeft een aangename, warme zangstem. Ook tijdens dit nummer geeft hij een fantastische solo. Hij breit er naadloos “Everything You Need” aan (op plaat een duet met Eric Clapton), ook zonder EC's bijdrage een geweldige song. Tijdens de soulvolle, melodieuze bluesrocksong “Searching For Love” neemt Adam Minkoff deels de zang voor zijn rekening. Het nummer wordt lang uitgesponnen, zonder echter een moment te vervelen. Dan is het Jimi-tijd. Hij brengt twee Jimi Hendrixcovers met “Izabella” en het melodieus rockende “Angel”, zeker een hoogtepunt in de set. Ik ken weinig gitaristen die beter met Jimi's erfenis weten om te gaan. “Hands Up” heeft een lange etherische, psychedelische intro en bassist Adam en de drummer zorgen deels voor de zang. Tijdens dit nummer stelt Doyle zijn muzikanten voor, deze krijgen met respectievelijk een bas- en drumsolo hun moment in de spotlight. Doyle sluit het nummer af met een lang uitgesponnen gitaarsolo. Het van The Stooges geleende “I Wanna Be Your Dog” is de afsluiter van de reguliere set, de roadie speelt een stukje op toetsen als extra aanvulling qua instrumentatie. Ze komen nog terug voor twee bisnummers, meer mag blijkbaar niet. Eerst brengen ze een pittige cover van Muddy Waters' “She's All Right”, om vervolgens te eindigen met het fantastische “Green Light Girl”, één van zijn bekendste songs. Het is de afsluiter van een prima concert in een ongeveer volle Trix-bar. Toch raar dat zo'n topartiest in Antwerpen niet de Trix-club kan vullen. Volgend jaar zullen de monden tijdens het Eric Clapton concert wel openvallen want wat is dit toch een fantastische gitarist. Lou van Bergen Foto's © JiVe Wie Rodrigo y Gabriela ooit live aan het werk zag, weet dat het een ervaring is die je nooit meer vergeet. Als geen ander slaagt het Mexicaanse gitaarduo erin om monden te laten openvallen met hun razendsnelle akoestische gitaarspel waarin eigen nummers en bekende covers centraal staan. Rodrigo en Gabriela zijn natuurtalenten, zoveel is zeker. Vijf jaar na hun laatste album en twee jaar na hun vorige passage in een uitverkochte Roma zijn ze helemaal klaar voor een nieuw hoofdstuk in hun verhaal. Met Mettavolution bracht het duo dit voorjaar hun zesde album uit, en wat voor een. Drie jaar lang werd er hard aan de plaat gewerkt en geschaafd, en dat hoor je meteen.
Op hun volstrekt unieke manier slagen Rodrigo y Gabriela er op deze plaat in om hun hele carrière te verenigen in een prachtig werkstukje dat enkel gedragen wordt door twee ongelofelijk straf bespeelde akoestische gitaren. De plaat bestaat uit zes volledig nieuwe composities en één cover waarvan je mond ongetwijfeld open zal vallen. De volledige tweede helft van Mettavolution wordt ingevuld door een versie van Pink Floyds “Echoes” zoals je het nooit eerder hoorde. Rodrigo y Gabriela zijn erin geslaagd om de classic naar hun hand te zetten zonder ook maar enigszins de kracht van het origineel verloren te laten gaan. De Roma is volledig volgelopen om de wonderlijke gitaristen Rodrigo Sanchez en Gabriela Quintero aan het werk te zien. Het Mexicaanse duo breidt vanavond een einde aan hun Europese tournee en wil er nog eens goed invliegen. En na een AC/DC achtige intro steken ze van wal met 'Krotona Days', waarbij Rodrigo elektrisch en niet akoestisch soleert, terwijl Gabriela in haar bekende stijl akkoorden afwisselt met percussie op de body van haar gitaar. Meteen is de toon gezet want het volgende 'Witness Tree' dendert in dezelfde stijl voort. Die stijl is persoonlijk en eigenzinnig en draagt een duidelijke signatuur, maar heeft ook als nadeel dat een aantal nummers onderling inwisselbaar zijn. We krijgen even wat duiding over de tournee en over hun bedoeling ons vanavond een beetje gelukkiger te maken, terwijl Rodrigo overschakelt op de akoestische gitaar. Een leuke vondst is het monteren van kleine cameraatjes op de hals van de gitaren, zodat we techniek en vingervlugheid kunnen bewonderen alsof we er met onze neus bovenop zaten. In 'Diablo Rojo' gaan beide protagonisten ook nog eens in een percussieduel, het publiek is dan al helemaal verkocht. En dan vallen we een kwartiertje in wat ik De Grote Uitdaging noem: 'Echoes' van Pink Floyd is zo"n nummer dat elke rechtgeaard liefhebber in zijn hoofd kan meespelen, het sierde 23 minuten lang een hele kant toen 'Meddle' nog vanzelfsprekend op vinyl bestond. Het herkenbare 'Ping', de riffs, de baslijn, het zit er allemaal in, maar gaandeweg in het middengedeelte verloor ik de aandacht en de voeling met het origineel, om een klein kwartier later de aansluiting te vinden voor de eindspurt. Ik besluit het nummer als 'interessant' of 'speciaal' te benoemen, maar de volgende keer dat 'Echoes' de draaitafel nog eens haalt (voor onze jongere lezers: dat Spotify dat nummer nog eens streamt) zal het zonder twijfel de originele versie zijn. We prijzen ons dan gelukkig met de eigen stijl en de inwisselbaarheid, want met het titelnummer 'Mettavolution' krijgen we wat interactie en gaan de handen op elkaar om te verzeilen in het overbekende 'Tamacun', het nummer dat Rodrigo en Gabriela op de wereldkaart zette. We zijn dan een uurtje verder, is het al tijd voor de bisronde? Blijkbaar wel. 'Electric Soul' krijgt een aparte en funky invulling met de wahwahpedaal, en de single 'Clandestino' die we kennen van Manu Chao maakt ons vrolijk. Op afsluiter 'Hanuman' laten de cameraatjes ons nog eens van dichtbij meekijken en wat we te zien krijgen is toch indrukwekkend. En omdat het echt de allerlaatste keer in Europa is krijgen we na de voorstelling van de crew nog een extra dessertje in de vorm van 'Terracentric'. Een staande ovatie van een joelend publiek bewijst dat de inwisselbaarheid ondergeschikt is aan persoonlijkheid; liefhebbers van technische virtuositeit hebben een fantastische avond beleefd. Setlist Krotona Days (Mettavolution, 2019) Witness Tree (Mettavolution, 2019) The Soundmaker (9 Dead Alive,2014) 11:11 (11:11, 2009) Diablo Rojo (Rodrigo y Gabriela, 2007) Echoes (Mettavolution, 2019) Mettavolution (Mettavolution, 2019) Tamacun (Rodrigo y Gabriela, 2007) Electric Soul (Mettavolution, 2019) Clandestino (single, 2019) Cumbé (Mettavolution, 2019) Hanuman (11:11, 2009) Terracentric (Mettavolution, 2019) Cake werd in 1992 in Sacramento - Californië opgericht door zanger/gitarist John McCrea. Hij kaapte verschillende muzikanten weg bij andere groepen om Cake te vormen. De doorbraak kwam er in 1996 met millionseller “Fashion Nugget”. Niet in het minst door het nummer “The Distance”, dat een megahit werd. Ook de cover van het Gloria Gaynornummer “I Will Survive” deed het goed in de hitlijsten. De mening over deze opname zijn nog steeds verdeeld, ik vond het indertijd verschrikkelijk. Ze brengen niet veel werk meer uit maar de fans zijn hen nog niet vergeten want het concert in De Roma is al een tijdje uitverkocht. John McCrea (zang en gitaar/vibraslap) wordt bijgestaan door Vince DiFiore op trompet/toetsen, Xan McCurdy op gitaar en voorts een bassist en een drummer. We krijgen voor de groep het podium betreedt een lang synth-gedreven, bombastische intro. Op de achtergrond is een berglandschap geprojecteerd. Dit zal tijdens de show dikwijls veranderen in psychedelische kleuren, o.a. door de belichting op de discobol die boven het podium hangt. Wanneer ze opkomen worden ze stormachtig verwelkomd, dit lijkt me een bij voorbaat gewonnen partij. Opener “Frank Sinatra” wekt dit enthousiasme nog aan, de melodica en trompet van Vince DiFiore stuwen het nummer naar een climax. Ze vervolgen met het melodieuze poprocknummer “Shadow Stabbing”. Tijdens het feestelijke “Sinking Ship” wordt de titel van de song tot in den treure herhaald. John McCrea vindt het te lang geleden dat hij onze contreien nog eens aandeed, dit als toepasselijke inleiding van “Long Time”. Het publiek klapt lustig mee. Tijdens “Perhaps, Perhaps, Perhaps” (cover van Ovaldo Farrés) zingt het publiek uitbundig mee. John merkt op dat het bij een Cake optreden enkel om hen gaat, geen voorprogramma, degenen die daar op rekenden en later kwamen hebben pech. Ook tijdens het melodieuze popnummer “Stickshifts And Safetybelts” doen de fans vocaal een duit in het zakje. “Meanwhile, Rick James...” mag ook op publieksparticipatie rekenen wat John looft met applaus voor diegenen die dit doen. Tijdens “Sick Of You” zet John het publiek in de zaal tegen elkaar op om elkaar vocaal af te troeven. Zijn uitleg duurt wat lang maar hij brengt het op een amusante manier. Zo wordt het nummer lang gerekt maar het komt de sfeer ten goede. Dan is het tijd voor een pauze. Na de pauze wordt er een boom weggegeven aan degene die kan raden welke boom het is. Ene Laurens weet het en wint een lindeboom, hij moet wel plechtig beloven goed voor deze boom te zorgen en regelmatig een update te posten hoe het met deze gesteld is. De winnares in Londen kwam haar belofte niet na en John wenst haar een auto-ongeluk toe. Tja. Het tweede luik begint betrekkelijk rustig met “Love You Madly” alvorens los te barsten met “Sheep Go To Heaven”. Tijdens deze song zingt het publiek uitbundig mee, het nummer galopeert naar het einde toe met een spetterende trompet. John speelt af en toe gitaar maar laat dit meestal over aan Xan McCurdy. Het valt op de Johns gitaar dikwijls meer als een banjo of mandoline klinkt dan als een gitaar zoals in het melodieuze popnummer “Walk On By”. De instrumentatie tijdens “Italian Leather Sofa” is van hemelse kwaliteit. Cake sluit af met “Never There”, een lied over een lief dat er nooit is en één van hun grootste hits. John belooft contact met ons te houden, misschien komen ze nog wel terug voor een concert, misschien ook niet. Na lang aandringen komen ze nog terug voor drie bisnummers. Eerst het van Black Sabbath geleende “War Pigs” en vervolgens twee van hun prijsbeesten, “Short Skirt, Long Jacket” en wereldhit “The Distance”. Het publiek gaat nu volledig uit de bol, er wordt meegebruld dat het een aard heeft. Een spetterende apotheose van het concert. De toeschouwers waren duidelijk gekomen om zich te amuseren en er is geen betere manier om dit te doen dan een optreden van Cake bij te wonen. Lou van Bergen Foto's © JiVe Dave Alvin en Jimmie Dale Gilmore mogen we zonder overdrijven rootsrocklegendes noemen. Dave verdiende zijn sporen vooral bij het door hem, samen met zijn broer Phil, opgerichte The Blasters en Jimmie Dale was lid van The Flatlanders, waarvan ook Joe Ely en Butch Hancock lid waren. Ze zijn al lang bevriend en vorig jaar kwam het er eindelijk van om samen een plaat uit te brengen. Het album “Downey To Lubbock”, vernoemd naar de geboorteplaatsen van Dave (Downey - Californië) en Jimmie Dale (Lubbock - Texas), bevat tien covers en twee eigen nummers. Vanavond is het tweede concert van hun Europese tour nadat ze gisteren op het Ramblin' Roots Festival in Utrecht speelden. Dave Alvin (zang en elektrische gitaar) en Jimmie Dale Gilmore (zang en akoestische gitaar) worden vergezeld van The Guilty Ones met drumster Lisa Pankratz, bassist Brad Fordham en gitarist Chris Miller. Het wordt even spannend bij aanvang van het concert wanneer de versterker van Brad Fordham dienst weigert en de setlist eventueel moet omgegooid worden. Op het laatste nippertje komt echter alles goed en kan er begonnen worden met het titelnummer “Downey To Lubbock”. Dave opent de song met een indrukwekkende gitaarintro vooraleer de rest invalt. Jimmie Dale (JD) en Dave nemen afwisselend de zang voor hun rekening. JD speelt een streepje mondharmonica en Chris Miller geeft het nummer extra cachet met zijn slidegitaarspel. Ze gaan verder met het van Loyd Price geleende “Lawdy Miss Clawdy”, ooit opgenomen door Elvis Presley. Jimmie neemt de zang voor zijn rekening terwijl Dave het nummer lardeert met zijn vettig bluesgitaarspel. De set bestaat uit nummers van hun gezamenlijke plaat of songs die ze zelf schreven en opnamen, solo of met The Blasters (Dave) of The Flatlanders (Jimmie Dale). Zo verscheen het door Dave gezongen “Johnny Ace Is Dead” op zijn album “Eleven, Eleven” uit 2007. Dave demonstreert zijn beste James Brown moves en haalt Jimmie over om ook even zot te doen. De heren zijn in een opperbeste stemming. De zang van Jimmie tijdens countrysleper “Tonight I Think I'm Gonna Go Downtown” is heel fragiel maar bloedmooi. De royalties die Dave Alvin ontving voor het door Dwight Yoakam opgenomen “Long White Cadillac”, bezorgde hem in de '90's ooit welgekomen financiële ademruimte. Het blijft een onverwoestbare bluesrockklassieker. Zoals tijdens de meeste nummers zorgt Dave weer voor een spetterende gitaarsolo. Ze putten verder uit hun gezamenlijke plaat met de door Dave geschreven folksong “Billy The Kid And Geronimo” waarin ze knap in duet gaan; de nasale, aan Willie Nelson verwante stem van JD en de warme, lage stem van Dave passen wonderwel bij elkaar. Jimmie geeft het nummer nog een streepje mondharmonica mee. Beiden frequenteerden lang geleden The Ash Grove in Los Angeles waar ze naar hun grote held Lightnin' Hopkins gingen kijken zonder dat ze dat van elkaar wisten. Dit kwamen ze pas later te weten nadat ze elkaar, ondertussen 37 jaar geleden, leerden kennen. Ze brengen diens “Buddy Brown's Blues” nadat ze ons eerst op het hart hebben gedrukt deze countryblues grootheid zeker te ontdekken (moesten we dit nog niet gedaan hebben). Jimmie zingt het meer in de stijl van Elmore James. Tijdens het door Butch Hancock geschreven, lekker rockende “My Mind's Got A Mind Of Its Own” heeft Jimmie Dale het even moeilijk om op het juiste moment in te vallen wat voor hilariteit zorgt. JD verlaat even het podium tijdens “Fourth Of July”, 'it's too loud for him' grapt Dave. Het gaat over ieders thuisstad, waar dan ook. Deze melodieuze rocksong is zeker één van de absolute hoogtepunten, Dave en Lisa Pankratz kijken elkaar in de ogen en geven van jetje dat het een aard heeft. Lisa aan het werk zien is genieten, hoe verbeten zij bekkentrekkend zit te drummen, het is een genot om naar te kijken. “Ripple” wordt opgedragen aan Robert Hunter, die recent overleed.. Hij schreef het nummer samen met Jerry Garcia van The Grateful Dead. Dave Alvin geeft ons mee dat er vele manieren zijn om blues te spelen en te zingen. Hij geeft hiervan een voorbeeld in “Dry River” met zijn geweldig gitaarspel, ook Chris Miller doet zijn duit in het zakje met een knap staaltje slidegitaar, maar uiteindelijk maakt Lisa Pankratz het meeste indruk met een verbluffende drumsolo, fel maar bij momenten ook subtiel. Wat een drumster! Dave maant ons aan om mee te zingen tijdens “Get Together” maar dit lukt maar matig. Ze sluiten af met “Dallas”, een nummer dat Jimmie Dale Gilmore reeds in 1989 opnam. Ze zijn snel terug voor enkele bisnummers. Eerst Sam Cooke's “Bring It On Home To Me” en nadien wordt de stevige versie van “Marie, Marie” door Dave Alvin opgedragen als een 'get well card' aan zijn broer Philip, die sukkelt met zijn gezondheid. Er wordt nog een korte herneming van “Downey To Lubbock” aan toegevoegd alsook een deels a capella gezongen “Down By The Riverside”. Daarmee zit na goed anderhalf uur het concert erop. Het was een schitterende concertavond met twee legendes die zich goed in hun sas voelden. Dave speelde fantastische (blues)gitaarsolo's, de ene na de andere. Jimmie Dale Gilmore bracht het perfecte tegengewicht met zijn meer country getinte stijl. Hun stemmen, hoe verschillend ook, passen wonderwel bij elkaar. Over begeleidingsgroep The Guilty Ones kunnen we kort zijn : topmuzikanten. Gitarist Chris Miller vulde Dave perfect aan met zijn subtiel (slide)gitaarspel, bassist Brad Fordham en vrouwlief drumster Lisa Pankratz vormen een ritmesectie waar een huis op kan gebouwd worden. Lisa steelt uiteraard wel de show met haar expressieve stijl. Ik weet geen betere manier om het weekend mee af te sluiten, het was genieten van begin tot einde. Het is onbegrijpelijk dat er voor dit concert zo weinig muziekliefhebbers kwamen opdagen. De afwezigen hadden ongelijk! Lou van Bergen Foto's © JiVe De iconische superster ondertussen al 73, lanceerde haar carrière in de sixties als deel van Sonny & Cher. In een industrie gedomineerd door mannen wist zij zich op de voorgrond te plaatsen. Tot op vandaag wordt ze beschouwd als één van ’s werelds beste entertainers! De multi-getalenteerde Amerikaanse verkocht in haar carrière meer dan honderd miljoen platen en sleepte Grammy , Oscar en Emmy Awards in de wacht. Opnames, concerten, film, toneel, televisie en regie, Cher is werkelijk van alle markten thuis. In 2018 schitterde ze opnieuw op het grote scherm in de cinema-kaskraker ‘Mamma Mia! Here We Go Again’, die als inspiratiebron dienst deed voor haar jongste album ‘Dancing Queen’.
In het voorprogramma krijgen we een zanger plus twee dansers in glitterpakjes, zonder begeleiding maar wel met wat visuals. Ze komen uit Wales en brengen weinig boeiende discodeuntjes. De Dj set die erop volgt kan over meer bijval rekenen, maar iedereen wacht op Cher, die zoals het een diva betaamt, het geduld een beetje op de proef stelt. Dat geduld wordt beloond met visuals op de tonen van 'Womans World' en als het doek letterlijk valt ontwaren we de blauwharige Cher tussen gladiatoren in een kleurrijke setting. Na 'Strong Enough ' doet ze er 10 min over om een grap te vertellen. En haar leeftijd. Een kabbelend verhaal dat eigenlijk nergens naartoe leidt. Na een kostuumwissel, er zullen er nog vele volgen, komt ze in Bollywood stijl op een olifant (gelukkig geen echte) het podium op voor 'Gayatri Mantra'. De gladiatoren van daarnet zijn nu Indische dansers. Ze gaat haar niet altijd even gelukkige verleden niet uit de weg met een paar songs waarmee ze haar carrière startte aan de zijde van Sonny. Een duet met een projectie is wat vreemd maar het werkt wel. Het burleske nummer in een prachtig decor doet haar schitteren en is voor mij een eerste hoogtepunt. De set opbouw en de visuals zijn indrukwekkend voor een grote productie. Acrobaten en kleurrijke kostuums vervolledigen het plaatje. Een nieuw kostuum en decor brengt ons in de wereld van ABBA, een gevolg van haar laatste plaat en film. Het publiek lust dat blijkbaar wel en brult mee terwijl ik probeer de echte haarkleur van Cher te achterhalen. Want blauw, zwart,rood, bruin, groen en blond passeerden de kleurige spots al. Met een nieuwe haardracht, kostuum en visuals die je naar het stadscentrum brengen, katapulteert Cher ons terug in de tijd met het mooie 'Walkin' in Memphis' in. De gitarist mag eens uitgebreid soleren temidden van hellevuur als intro van 'Bang Bang'; van het nummer zelf schiet verder niets meer over. Het concert deint dan verder naar het einde. Gestroomlijnd en routineus en aan een verplicht ritme. Je verwacht en krijgt hier tenslotte meer glitter en dans dan inleving en interactie. De afsluiter 'Believe' beantwoordt volledig aan deze verwachtingen. Wie kwam voor show en glitter en hits die een halve eeuw overstijgen had een geslaagde avond. Johan Vanonckelen Setlist: Woman’s World Strong Enough Gayatri Mantra All Or Nothing The Beat Goes On (van Sonny & Cher) I Got You Babe (van Sonny & Cher) Welcome To Burlesque Waterloo (ABBA cover) SOS (ABBA cover) Fernando (ABBA cover) After All Walkin In Memphis (Marc Cohn cover) The Shoop Shoop Song (It’s In His Kiss) (Betty Everett cover) Bang Bang (My Baby Shot Me Down) I Found Someone (Michael Bolton cover) If I Could Turn Back Time Believe Geen betere band om het gezamenlijke 40ste verjaardagsfeestje van het 2-Tone label en van The Selecter te openen als de Tiense ska tribute band The Skadillacs. In een mum van tijd zet deze achtkoppige band een modervette ska sound neer die niemand onbewogen laat. Zanger Maarten Goffin is de spil die de gemoederen op zeer aanstekelijke wijze ophitst. Alle bekende ska hits van het 2-Tone label komen in razende vaart voorbij. Stilstaan is onmogelijk. Gitarist Piet Tutenel lijkt zo weggeplukt uit het fameuze ska tijdperk met visueel slaggitaarwerk. Opzwepende blaaspartijen, scherpe gitaarriffen, orgelpartijen, strakheid, cohesie, het is er allemaal. De energie en dynamiek spat van het podium. The Skadillacs laten niet na om ook hun versie van de enige Belgische ska hit ooit te spelen “Pick It up” van The Employees en doen dat zoals de rest van hun set met verve. Het ska bloed zit hen in de vingers en de bandleden zweten uit al hun poriën. Na 40 intense minuten zit het er op. Benieuwd of The Selecter een even intens feestje kan neerpoten.
The Selecter De Britse skaband The Selecter is een van de belangrijkste bands naast The Specials, Madness en The Beat die is voortgekomen uit het 2-Tone label van Specials toetsenist/songwriter Jerry Dammers. De muziek, skapunk een unieke mix van vroege ska, soul, rock en punk was de start van een invloedrijke muzikale en culturele beweging die vandaag de dag nog steeds relevant is. The Selecter werd opgericht in 1979 in Coventry, Engeland en schoot meteen internationaal de hitlijsten in met “On My Radio”. Meer UK hits volgden met "Three Minute Hero" en "Missing Words". Na twee albums, het fantastische “Too Much Pressure” (1980) en het minder geslaagde “Celebrate The Bullet” (1981) geeft de originele band er in 1981 de brui aan om pas 10 jaar later een eerste keer te reformeren. In 2010 starten de originele leden Pauline Black en Arthur “Gaps” Hendrickson een nieuwe Selecter band die nieuwe albums maakt en blijft touren tot op vandaag. Anno 2019 is het tijd voor een dubbel feestje, het 2-Tone label en The Selecter bestaan elk 40 jaar. The Selecter heeft nog steeds dezelfde iconische frontvrouw: Pauline Black, ‘the Queen of Ska’ die blijft skanken tot ze erbij neervalt. Vanaf de begin noten van The Avengers Theme krijgt The Selecter het publiek in beweging. Slechts weinig genres zetten zo snel aan tot dansen. Pauline Black en Arthur ‘Gaps’ Hendrickson zijn de twee originele vocalisten/ gangmakers die om beurten of in duo samen zingen, het publiek bespelen en hen euforisch maken geruggesteund door een geweldige 5-koppige band van gitaar, bas, drums, orgel en sax. Het samenspel tussen beide vocalisten draagt bij aan de energie van de band waarvan het geluid strak en opgewekt klinkt. Black en Gaps slagen uitstekend in hun opzet zeker als ze voluit het repertoire uit hun beginperiode aansnijden. Hun eerste plaat ‘Too Much Pressure’ uit 1980 is nog altijd de staalkaart van wat goede ska punk songs moeten zijn. Maar liefst 9 songs op 13 uit dat debuut worden het publiek ingekieperd in extatische versies. Hun vroege tweede hit “Three Minute Hero” zorgt al vroeg voor een eerste herkenningspunt waarop massaal wordt meegebruld en er gelijk al een kleine moshpit voor het podium ontstaat. “Out on the Streets” en “Time Hard (Everyday) trekken de stomende lijn door. Pauline en Gasp staan geen moment stil op hun benen wat gelijk afstraalt van het podium naar het publiek dat spontaan aan het skanken gaat. Die oude inmiddels klassieke Selecter songs worden afgewisseld met nieuwe songs waarin de oude strijdvaardigheid nog immer aanwezig is getuige Black’s expressieve grimas en vocalen. Het catchy uitdagende “Frontline” en vooral het qua statement aan Bob Marley schatplichtige “Breakdown” zijn sociaal-politiek geladen songs die in een trager reggae jasje zitten dat de boodschap nog sterker doet overkomen. In “Breakdown” wordt gesteld dat de relatief vaak onterechte politiemoorden op veelal ongewapende zwarte jongens, mannen en vrouwen een gruwelijk symptoom zijn van verdoken racisme, sociale disfunctie en doelgerichte verwaarlozing. Ook het aloude destijds fout getimede “Celebrate the Bullet” met toen al reggae en rock invloeden hoort in dit ‘kwaaie’ rijtje thuis. Met “Murder” een van hun beste ska songs is de fun terug en gaat het feest in alle hevigheid verder, wordt er geskankt en is er terug een moshpit. “Danger” houdt de vibe aan evenals het nieuwe reggae getinte “Remember Me” dat zo uit de beginperiode zou kunnen komen. Het melodieuze “Missing Words” heeft een downtempo-beat die aanzet tot meehuppelen terwijl Black de zaal laat meezingen met het catchy refrein. Pauline Black’s passie en kracht zijn direct debet aan de aanstekelijk appelerende sound garant voor een kolkende zaal terwijl Gaps zeker in de tweede helft al even sterk zingt zoals tijdens het luchtige “See Them A Come”. Zo staan de nieuwe songs naast de oude zonder blozen. Toch een bedenking… The Selecter is sinds 2010 definitief heropgericht na een eerste keer in 1991 waarna mede-oprichtster Pauline Black door de jaren heen actief bleef en de ska muziek levendig hield in verschillende incarnaties van de band. Met een trits nieuwe albums op rij 'Made In Britain’ (2011), String Theory (2013), Subculture (2015) en Daylight (2017) in de lijn van hun beproefde sound maar geactualiseerd door toevoeging van andere invloeden als reggae, soul en pop probeert Pauline Black het ska revival etiket van haar af te gooien. Op plaat is dat alleszins geslaagd. Live blijken de uitstapjes richting reggae hoe goed ook het tempo te vertragen in afwachting dat de opzwepende strakke ska punk sound van weleer herleeft. En dat beseffen Pauline en Co maar al te goed zeker in het teken van de viering van 40 jaar 2- Tone. Zo gaat in de laatste rechte lijn de set crescendo met sterke aanstekelijke uitvoeringen van klassiek Selecter materiaal als “James Bond Theme” en “Carry Go Bring Come” allen afkomstig uit debuut ‘Too Much Pressure’ (1980). Ook beide kanten van hun vierde single “The Whisper/Train to Skaville” worden niet vergeten met als apotheose een uitzinnig “On My Radio”. Dan verdwijnen Pauline en Gaps in de coulissen om plaats te ruimen voor generatiegenote Rhoda Dakar bekend van The Bodysnatchers en eveneens een pionier uit de 2-Tone stal. Begeleid door de Selecter band zonder Pauline en Gaps zingt Rhoda haar enige dubbele hit “Let's Do Rock Steady”/“Ruder Then You”. Op zich best leuk maar haar optreden haalt evenwel de vaart uit het concert en het is wachten op de terugkeer van Pauline en Gasp voor een daverend slot. Met “Too Much Pressure” annex “Pressure Drop” van The Maytals gaat de zaal collectief uit de bol. Als toemaatje krijgen we nog “Madness” een eerbetoon aan de king of ska Prince Buster dé inspiratiebron van de Britse ska-revivalbands uit de jaren tachtig waarmee alles begon. En zo is de cirkel rond. The Selecter bewijst dat het genre anno 2019 nog steeds springlevend is en gelijk dat ska-muziek van alle tijden is. Marc Buggenhoudt Foto's © JiVe Setlist 1. The Avengers Theme (Laurie Johnson Orchestra cover) (String Theory, 2013) 2. Three Minute Hero (Too Much Pressure, 1980) 3. Out on the Streets (Too Much Pressure, 1980) 4. Time Hard (Everyday) (George Dekker cover) (Too Much Pressure, 1980) 5. Frontline (Daylight, 2017) 6. Breakdown (Subculture, 2015) 7. Celebrate the Bullet (Celebrate The Bullet, 1981) 8. Murder (Too Much Pressure, 1980) 9. Danger (Too Much Pressure, 1980) 10. (Who Likes) Facing Situations (Celebrate The Bullet, 1981) 11. Missing Words (Too Much Pressure, 1980) 12. Remember Me (Daylight, 2017) 13. The Whisper (7", Single, 1980) 14. See Them A Come (Subculture, 2015) 15. Train to Skaville (The Ethiopians cover) (7", Single B-side The Whisper, 1980) 16. James Bond Theme (Monty Norman cover) (Too Much Pressure, 1980) 17. Carry Go Bring Come (Justin Hinds & The Dominoes cover) (Too Much Pressure, 1980) 18. On My Radio (7", Single, 1979) 19. Let's Do Rock Steady (The Bodysnatchers cover) (met Rhoda Dakar) 20. Ruder Then You (The Bodysnatchers cover) (met Rhoda Dakar) 21. Too Much Pressure (Too Much Pressure, 1980)/ Pressure Drop (The Maytals cover) (The Selecter Perform The Trojan Songbook Volume 2, 2000) 22. Madness (Prince Buster cover) (The Selecter, Prince Buster, 1991) De zevende dag van het festival is alles behalve een rustdag. Vooral voor de organisatoren die om productionele redenen last minute de zitplaatsen moesten omtoveren in staanplaatsen. Maar het zonnetje is van de partij, minder branderig dan de vorige dagen, en een briesje waait aangenaam over het terrein.
TRISTAN Tristan is het alter ego van de 22-jarige singer-songwriter Isolde Van den Bulcke. In een originele combinatie van jazz, elektronica en ambient én met een pracht van een stem maakt ze eigentijdse popmuziek. Haar debuut-ep “Illusje” uit 2018 kreeg dit jaar een al even mooi vervolg met ‘Delidomia’. Ze is de eerste frisse wind die kort na de middag door de halflege tent mag waaien. Ondankbaar misschien maar zeker niet onopgemerkt. In een rood topje flaneert ze tussen de verschillende keyboards en het drumstel en verrast meteen door te openen met een zware bas, met dank aan de elektronica. Daarna pakt haar soepele stem de tent in met haar ambient jazz waarbij ze vooral grossierde uit haar laatste album waarop nummers staan met welluidende namen als OLSO, MALJAANDE, LOLALULI of PLANKTON. Buiten 'We spelen nu ons hitje' is er weinig toelichting of interactief, maar de combinatie van laidback met electronika op een doffe beat werkt wel. Een begin van een verhaal dat ongetwijfeld wel wordt vervolgd. Die hards kunnen meteen de tent verlaten richting Antwerpen, want 's avonds treedt ze weer op als support voor het Cinematic Orchestra. MAISHA Hun debuutalbum There Is a Place werd vorig jaar op de Worldwide Awards van Gilles Peterson genomineerd als jazzplaat van het jaar, ze zijn een van de zeldzame live-acts die door het übercoole elektronicaplatform Boiler Room werd uitgenodigd voor een sessie, en er is stilaan geen hipsterboîte in Londen meer die ze niet hebben platgespeeld. Anders gezegd: Maisha is hot! Het sextet is een van de paradepaardjes van het toonaangevende jazzlabel Brownswood Recordings en daarmee gelijk ook een van de smaakmakers van de nieuwe Londense jazzscene. Denk aan een kruising tussen Pharoah Sanders en Shabaka Hutchings met een flinke scheut afrobeat. Die vergelijking met Pharoah Sanders schept natuurlijk verwachtingen bij diegenen die deze saxofonist recentelijk op Jazz Middelheim tegenkwam. Het begin is een beetje onduidelijk, bijna ontgoochelend of onsamenhangend, maar het lijkt eerder opzet om vanuit verkenning nieuwe lijnen uit te tekenen.Toch een set waar de energie van af spat . Soms eclectisch en exuberant maar niet constant boeiend. Daarvoor ligt de nadruk misschien net iets teveel op ritme dan op melodie. Naarmate de set vordert krijgen ze publiek op hun hand, wat niet evident is voor niet de meest toegankelijk vorm van jazz op een zondagmiddag. De setlist bestaat vooral uit nummers van 'There is a Place" met Osiris/Azure/Eaggehurst/The Palace/Kaa/There is a Place, waarvan de meeste nummers moeiteloos de tienminutengrens overschrijden. Maisha bestaat uit Jake Long (drums) – Binker Golding (saxophone) – Shirley Tetteh (guitar) – Al Macsween (piano) – Tomos Dylan (bass) – Tim Doyle (percussion) JOSÉ JAMES PRESENTS: ‘LEAN ON ME’ Wie José James al eens eerder aan het werk zag, hoorde ongetwijfeld zijn doorleefde interpretaties van Bill Withers’ songs als ‘Ain’t No Sunshine’, ‘Grandma’s Hands’, ‘Use Me’ en ‘Just the Two of Us’. De reacties van het publiek bleven hem bij: “People would just go crazy!” Enter José James’ meest ambitieuze project tot nog toe: de man trok in 2017 op tournee om het Bill Withers songbook te herinterpreteren. De tournee culmineerde in het album Lean On Me, en die plaat levert nu opnieuw een bijzonder beklijvende tournee op. Een romantische bariton mét flashy vest, hoed en gitaar, hier staat een superster. De micro laat het even afweten maar met opener 'Ain't no Sunshine' wordt meteen duidelijk dat hij de songs naar zijn hand zet. Een ander timbre en invulling hier, een lichte gitaarsolo daar, een dynamisch arrangement ginder en we krijgen een modernere benadering van de klassiekers van Bill Withers. Dicht bij het origineel aanleunend maar met de nodige speelruimte.'Who is he' klinkt meer funky dan bluesy zoals de versie van Blue Blot bvb. Ook 'Use Me' krijgt een pittige drive mee met net als in 'Kissing my love' een funky gitaarprtij met vintage wahwah. 'Trouble' krijgt een vocale interventie van de bassiste die hij constant Aneesa Strange noemt. 'The Same Love' dendert als een tgv soultrain over funky sporen en neemt de halve tent aan boord. Een paar hardere nummers rocken door de tent waarbij de gitarist zelfs met zijn tanden speelt. Veel naar Stevie Ray Vaughan geluisterd, ik moet er onwillekeurig aan denken. En met een drumsolo die zegt: hey, dit lijkt wel een jazzconcert . Waarna twee keer een welgemeend 'Fuck Donald Trump' volgt. Duidelijk geen songtitel. Daarna komt er wat rust met het aan de dames gewijde 'Just the two of Us'. Het is gewoon zalig genieten van de stem, de uitstraling, de nummers, het hele pakket. 'Thank you Gent Jazz' besluit hij en dat is precies wat ik er ook van denk. José James (vocals/guitar) – Marcus Machado (guitar) – Aneesa Almusawwir (bass/vocals) – Aaron Steele (drums) GREGORY PORTER Hét hoogtepunt van Gent Jazz in 2015? Mijn verjaardag natuurlijk waarbij we werden toegzongen door de immer goedgemutste Gregory Porter! Op onnavolgbare wijze sloot de man met de erg kenmerkende pots op zijn hoofd het festival toen af in Stijl. Zijn album Liquid Spirit blijft intussen één van de succesvolste jazzplaten van het decennium, en vorig jaar gooide hij nog eens bijzonder hoge ogen door liefst drie keer The Royal Albert Hall in Londen uit te verkopen met zijn hommage aan Nat King Cole Strak in het roze pak verschijnt Gregory Porter op het podium, even afgeborsteld als altijd, en uiteraard voorzien van zijn hoofddeksel. Geen Nat King Cole op het repertoire, maar vooral het eigen werk dat voor de gelegenheid andere arrangementen meekrijgt. Opener 'Holding On' dient om de stem als een lichte wolk in de tent te doen nederdalen. 'On my Way to Harlem' flirt met Pennicott's sax en 'Take me to the Alley' wordt lang en bijwijlen repetitief uitgesponnen. 'Hey Laura'....it's me, zingt hij met zo een moeiteloze naturel zodat je erin kan wegdromen. Net zoals in het kabbelende 'Water under Bridges' waarbij Gregory Porter zijn verhaal vertelt vanop een krukje. Het is gelukkig niet allemaal rust, want de avond valt stilaan en dan dreigt indommelen. Een bassolo verhindert dat resoluut, met flarden Stevie Wonder en een streep Deep Purple mondt dat uit in een snelle versie van 'Papa was a Rolling Stone' Ng even wat rust met 'Musical Genocide' en dan kan iedereen uit de bol met voorspelbaar handgeklap en 'Liquid Spirit' in een pittige versie maar zonder de remix allures die het nummer wereldwijde bekendheid gaven. Met 'Be Good' wil de brave man het publiek met goede raad naar huis sturen, maar dat publiek wil niet naar huis en roept om meer. Ze krijgen niet één maar twee bisrondes als dessert van een welgesmaakt concert. Gent Jazz kon vandaag rekenen op twee fantastische stemmen en twee concerten die er onvergetelijke zondag van maakte. We zien José James en Gregory Porter ongetwijfeld nog eens terug. Gregory Porter (vocals) – Chip Crawford (piano) – Jahmal Nichols (bass) – Emanuel Harrold (drums) – Tivon Pennicott (sax) Johan Vanonckelen Geike Eerste gaste vandaag is Geike. Niet zo’n evidente keuze vind ik voor Gent Jazz. Alhoewel Hooverphonic hier ook al optrad en ik dat toen ook vond. Geike vervangt de Keniaan J.S. Ondara die in de VS woont. Hij krijgt zijn visum niet op tijd rond en moet helaas zijn Europese tournee annuleren deze zomer. Geike was 10 jaar de frontvrouw bij Hooverphonic. Ze vertrok om haar eigen weg te zoeken en bracht in 2011 het album ‘Geike’ uit. Dit album leverde haar helaas niet de grote aandacht en lovende kritieken op. Maar de samenwerking met BLØF vorig jaar heeft haar terug gelanceerd. De single ‘Zoutelande’ was een enorm succes. Dit was een leuk uitstapje maar in oktober komt het nieuwe Engelstalige popalbum ‘Off Shore’ uit. Ze werkte hiervoor samen met Joost ‘Novastar’ Zweegers. Gent Jazz krijgt vandaag de ‘avant-première’ maar het album werd in mei ook in de Roma voorgesteld. De nummers liggen terug in de lijn van het vorige album. Je zou dus kunnen stellen dat het helaas weer niet baanbrekend is. De nummers zijn mooi maar tappen allemaal uit hetzelfde vaatje, zonder dat er één nummer ook echt uitspringt. Ook de nummers zelf, alhoewel mooi, zijn niet echt herkenbaar qua structuur in de song en missen een ‘catchy’ refrein of oorwurm. Je luistert er graag naar maar je blijft een beetje op je honger zitten. En uiteindelijk is dat jammer want Geike heeft een prachtige stem en kan vocaal alles aan. Spijtig genoeg heeft ze niet de juiste nummers om dat ook tot een succes te maken. Je ziet wel dat deze nummers haar liggen. Misschien zijn wij dan te streng en is dit gewoon wat ze wil doen. Haar ‘présence’ op het podium lijkt wel te passen bij de nummers. Ze beweegt wel maar neemt steeds dezelfde poses aan, op zich niet zo erg maar je ziet dat het zich allemaal afspeelt in haar hoofd. Zij zit in de song maar het publiek wordt op een afstand gehouden. Ook in haar aankondigingen. Die zijn er amper. Ze komt op zonder ‘hallo’ of introductie. Moet kunnen, zolang je dan natuurlijk in het tweede nummer wat meer prijsgeeft. Helaas beperkt ze zich na een aantal nummers tot ‘het is een hele eer om op Jazz Gent te staan en bedankt om te komen’. De songs volgen elkaar op en het concert kabbelt verder. Het nummer ‘Off Shore’ is het enige al bekende nummer uit het album wat nog moet verschijnen. Op zich is dit nummer best wel mooi. Maar het mist de ingrediënten om het tot een stevig en beklijvend nummer te maken. Maar niets is definitief in de muziekbusiness en wie weet, wordt het toch een succes. Wij hopen het voor haar. Hopelijk vindt ze haar weg en valt die ook samen met het succes dat tot nu toe uitblijft. Want ze verdient het wel. Ze heeft een prachtige stem. Maar structuur en herkenning, beklijvende songs en wat meer interactie met het publiek kunnen hier misschien helpen. Ik ben blijven luisteren maar dat was voor haar stem, niet voor de act of de nummers. Uiteindelijk is het dat wat telt maar ze zal de juiste keuzes moeten maken als ze echt succesvol wil zijn. Ze sluit mooi af met een nummer waarin ze heerlijk en zuiver fluit. Mooi en eindelijk wat variatie. Cowboy Junkies Vorig jaar vierde de Canadese band de dertigste verjaardag van hun invloedrijke album ‘The Trinity Session’. 2018 was tegelijk het jaar van ‘All That Reckoning’, hun 16e album en een verrukkelijke melancholische mix van alt-country en roots. Dit album wordt beschouwd als het beste wat ze ooit gemaakt hebben. Ze liggen aan de oorsprong van de trage, minimalistische sound maar zijn niet in één hokje te stoppen. Ze brengen vandaag nummers uit het oude en het nieuwe album. De bezetting is nog steeds dezelfde : 2 broers, Peter op drums en Michael op gitaar, die alle songs schrijft, 1 zus én blikvanger Margo Timmins, bassist Alan Alton, een vriend uit hun kindertijd - het officieuze vijfde groepslid en multi-instrumentalist Jeff Bird (gitaar, mandoline, harmonica en percussie). Het podium ziet er al anders uit dan daarnet. Hier staan artiesten die van het podium een gezellige, voor hen vertrouwde plek willen maken. Meteen valt de vaas met bloemen al op in het midden naast Margo en het kopje thee dat regelmatig wordt aangerukt. Dit zijn vijftigers die weten wat ze willen en er nog steeds voor gaan sinds ze 35 jaar geleden gestart zijn. Ze doen gewoon hun ding, wars van alle commerciële geplogenheden. En dat loont! ‘All That Reckoning’ is een schot in de roos. Ook het publiek is heel trouw. Al vanaf hun intrede op het podium worden ze enthousiast onthaald. Ze starten met ‘Sing me a Song’, het steviger country werk. Eigenlijk een groot contrast met de rust die ze uitstralen en het huiselijk sfeertje op het podium. Hun verschijning laat niet vermoeden dat dit een stevig ‘country’ en ‘folk rock’ band is. Margo ziet eruit als een engel met haar witte haren en witte outfit maar haar metalen en zwarte juwelen verraden een stevige rock chick. Ook de manier waarop ze haar micro vastpakt is speciaal en eigenwijs; één hand gewoon los rustend bovenop de microfoon en één hand die stevig het statief vastneemt. Ze heeft een stevige, soms rauwe maar zuivere stem met af en toe een scherp maar niet onaangenaam kantje. Het wordt duidelijk na elk nummer dat dit doorwinterde muzikanten zijn met levenservaring en inleving in hun nummers. De band die ze onderling hebben als familie en levenslange vrienden loont in het samenspelen. Ze leggen ook een boodschap in hun teksten, bijvoorbeeld in het mooie ‘The Things We Do To Each Other. Ze spelen een aantal hele mooie nummers waaronder ‘Flirted With You All My Life’, ‘Missing Children’ een nieuw nummer, ‘I’m Going’, ‘Love Him ‘Till I’m Dead’ en natuurlijk ’Sweet Jane’ met een stevige en boeiende gitaarsolo. Na 35 jaar hebben ze ook een nummer geschreven over het ‘touring on the road’ en wat dacht u? ‘Nothing’s Changed’. Hoeveel bands kunnen dit na drie decennia nog zeggen? Mooie passage op Jazz Gent en nog veel succes en speelplezier gewenst op de rest van de Europese tournee. Julia Holter Julia Holter heeft een cultstatus in hipster middens en krijgt geregeld goeie album recensies. Ze wordt in één adem genoemd met Laurie Anderson en Laurel Halo. Ze wordt aangekondigd als dé revelatie op Gent Jazz. Maar tegelijk wordt voorzichtig gesuggereerd dat deze componiste en multiinstrumentaliste je meeneemt op een reis naar het onbekende en je hier wel degelijk moet voor openstaan. OK. Daar zijn we toe bereid en ik begin onbevangen te luisteren naar wat deze jonge vrouw in haar mars heeft. Ze verschijnt in een goudgele gedrapeerde lange kimono en begint met een nummer achter de piano. Al vlug wordt duidelijk dat dit niet mijn ding is maar ik wil het best een kans geven. Er zit instrumentaal wel variatie in de verschillende nummers. De ene keer met viool (die ook vocals doet), dan weer met een viool en bas intro (met strijkstok). Mooi gedaan. Het nummer heeft iets religieus met daaraan de stem van Julia toegevoegd. Qua communicatie worden we ook deze keer niet veel wijzer. Julia lijkt een beetje ‘van de wereld’ en ‘over geëxciteerd’. Ze zegt soms iets maar houdt het dan bij korte, onafgemaakte zinnen. Ook tussen de nummers valt er soms stilte en overleg op het podium. Dit moet duidelijk nog groeien. Ze zegt wel dat ze een vrije dag heeft kunnen spenderen in Gent en het magisch vindt. Ze is hier vroeger ook al geweest maar dan in de Garden Stage en is nu enorm trots om in de grote tent te mogen spelen. Ze is thuis ook geen vleugel gewend. Ook is ze trots dat ze voor Joan Baez mag spelen. Ook zij (net als Geike) besluit haar set al fluitend. Tot slot kan ik alleen maar zeggen dat dit niet mijn ding is. Ik ben dan ook geen hipster en ben niet mee aan boord gestapt ook al heb ik het een kans gegeven. Haar creatief en multi-muzikaal talent buiten beschouwing gelaten, was dit voor mij toch een brug te ver. De commotie rond haar is dan ook niet aan mij besteed. Maar ‘Les goûts et les couleurs ne se discutent pas’ en ik zie dat een deel van de tent toch is blijven zitten en wel is meegegaan in het verhaal. Voor elk wat wils en ik kijk al uit naar het volgende concert van Joan Baez. Joan Baez Folk legende en mensenrechtenactiviste Joan Baez (78) staat vanavond op Gent Jazz. Wellicht wordt dit haar allerlaatste concert op Belgische bodem. De Amerikaanse zangeres stopt met toeren. “Mijn stem gaat achteruit. Ik hoor het en ik voel het”. De Amerikaanse singer-songwriter en activiste zit in 2019 precies zestig jaar in het vak. Ze brak in de jaren ’60 door met geëngageerde folkpop liedjes als ‘Farewell, Angelina’, ‘Love Is Just a Four-Letter Word’ en ‘We Shall Overcome’, en was samen met Pete Seeger en Bob Dylan één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de protestgeneratie. De zangeres is net zo bekend om haar muziek als om haar activisme, dat als een rode draad door haar leven en muziek loopt. Zo zette ze zich in tegen de oorlog in Vietnam en kwam ze op voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. “De hoogtepunten uit mijn leven vielen samen met de momenten waarop ik beide hoeden op had: activisme en muziek. Dan was ik op mijn krachtigst en nuttigst.” Ze loopt niet meer in de frontlinie maar toch schreef ze 2 jaar geleden nog het nummer ‘Nasty Man’ dat ze aan Donald Trump opdroeg – haar eerste eigen nummer in meer dan twintig jaar. Ze werd eindelijk opgenomen in de ‘Rock and Roll Hall of Fame’ en bracht met americana-producer Joe Henry haar 25ste plaat uit: ‘Whistle Down the Wind’. Ondanks lovende commentaren van De Britse krant ‘The Guardian’ zit na de ‘Fare Thee Well Tour’ haar zestigjarige carrière erop. Vorig jaar bracht ze het nieuwe album ‘Whistle Down the Wind’ uit, maar kondigde tegelijkertijd haar laatste tournee aan. Haar eerste album na een 10-tal jaar stilte bevat materiaal van enkele van haar favoriete songschrijvers zoals Tom Waits ‘Whistle Down The Wind’ en ‘Last Leaf’, Josh Ritter ‘Be Of Good Heart’ en ‘Silver Blade’ Eliza Gilkyson ‘The Great Correction’ en Mary Chapin Carpenter ‘The Things That We Are Made Of’. Ritter’s ‘Silver Blade’ wordt door Joan beschreven als een moderne versie op ‘Silver Dagger’, het eerste nummer op haar debuut LP in1960. Joe Henry (drie keer Grammy Award winnaar) is de producer van dit album. Een afgeladen tent zit al op het puntje van de stoel voor de hoofdact. Dit is dan ook een unieke kans om haar aan het werk te zien in deze contreien en meteen ook de laatste keer. Deze elegante 75-jarige verschijning komt dan ook op onder luid applaus. Deze dame kent haar vak, ze laat zich bijstaan door haar zoon Gabriel Harris op percussie en Dirk Powell, een multi-getalenteerd muzikant die van zowat alle markten thuis is (gitaar, mandoline, viool, piano, contrabas). Het publiek krijgt ook meteen een vriendelijk welkomstwoord. Ze bedankt ons om nog zo laat voor haar op te blijven. Het is voor haar normaal allang bedtijd… En meteen is het ijs gebroken, niet dat het nodig was. Ze brengt een rijk palet van zowel bekende nummers als nieuwe nummers zoals ‘Don’t Think Twice’, ‘It’s All Right’, ‘Fare Thee Well’, ‘Farewell, Angelina’, ‘Whistle Down The Wind’, ’Silver Blade’. ‘Deportees’ waarin ze het opneemt voor de Mexicaanse vluchtelingen is brandend actueel. Nu is het meer dan ooit het moment om erover te zingen, sinds het bouwen van een muur weer aan de orde is in de VS. Ze blijft nog altijd de activiste. “Nu is het zeker nodig want wij hebben de wereld om zeep geholpen”. “Voor de hoge noten die ze zelf niet meer haalt”, volgens Joan, laat ze zich perfect bijstaan door de mooie sopraanstem van Grace Stumberg. De songs blijven volgen : ‘It Ain’t Me Babe’, ‘Diamonds and Rust’, haar beroemde ‘Freedom Songs’ toen ze opkwam voor gelijke rechten voor de zwarten met Martin Luther King. Ze neemt het ook op voor onafhankelijkheid en dus ook voor Puigdemont die ze even vernoemt omdat hij in België mocht verblijven. Speciaal voor hem en de strijd van de Catalanen voor onafhankelijkheid brengt ze ‘Rossignol’ in het Catalaans. Ook ‘Gracias a La Vida’ komt aan bod met het publiek als koor. Ze vertelt over president Obama die geen woorden vond toen hij in Charleston de plek bezocht waar zoveel doden vielen door één schutter. Niemand vond woorden die troost konden bieden. President Obama zong dan maar ‘Amazing Grace’. Ze schreef hier een lied over. Ze heeft er zin in en besluit plots dat er nog tijd genoeg is om nog een paar nummers te doen zoals ’House Of The Rising Sun’. Laatste nummers worden bis nummers en nog meer bis nummers… ‘Turn Me Around’, ‘Forever Young’, ‘Imagine’, ‘The Boxer’, ‘Fare Thee Well’ met als extra in perfect Nederlands ‘Vaarwel mijn vrienden’. Altijd mooi om een artiest te zien met engagement en respect voor haar publiek en die zingt vanuit het hart en uit overtuiging. Fare Thee Well Joan. Vaarwel lieve vriendin en geniet nog van de laatste concerten en je verdere leven. Christel Denoyel Foto's © JiVe |
JiVeTwo passions, Archives
Maart 2020
Categories |